donderdag 5 september 2013

Dominante blijheid



Op een mooie zomerdag stond een man op met een lach. Hij besloot zijn andere gevoelens  te controleren zodat iedereen hem graag mag.
Nee zei  hij tegen pijn durf je niet te tonen, ook verdriet moest voor altijd in het hart blijven wonen. Angst kon hij dingen wijsmaken om zich nooit naar buiten te durven begeven, hij zei de anderen te beschermen door dat geïsoleerd leven. Ook walging mocht niet op trip naar buiten.  Boosheid is sterker en wringt zich soms door het gezag heen, maar hij heeft nadien last van schuldgevoel zodat ook hij in zijn kamertje verdween. Het mannetje had zijn doel bereikt, alleen zijn lach nog zou hij tonen naar iedereen die kijkt, de lach waarvoor iedereen bezwijkt.
Hij vond veel vrienden, veel mensen om hem heen. Overal mocht hij binnen, nooit was hij alleen. Nooit zou iemand last van hem ondervinden, hij was toch zo perfect, alles draaide hij positief, iedereen raakte aan hem gehecht. Jobs werden hem aangeboden, geld was geen probleem. Vrienden in overvloed en overal kon hij heen. Na vele uitbundige dagen deden zijn mondhoeken pijn, maar lachen moest hij, want iedereen verwachtte dat hij de volgende dagen weer zo perfect zou zijn.  Terwijl hij daar met een brede glimlach stond, kon hij even vergeten hoe vermoeiend hij het vond.
Steeds werd het zwaarder om zijn tranen te bedwingen. Later moest hij ook boosheid terug naar binnen wringen. Als een leiding vol met fitten volbracht hij elke dag, met die eeuwig durende maar oh zo geforceerde lach. Hij besefte dat hij gevangen was, gevangen in zijn rol. Geen weg terug ook al zat zijn hart met pijn en verdriet vol. Moest hij zich nu gaan tonen met alles op en aan? Ze zouden hem verjagen, ze zouden hem laten staan.  Toch kon hij de lach niet meer houden, toch kon hij de pijn niet langer weerstaan. Hij hoopt nu op een wonder en  hoopt dat hij nog steeds mag bestaan.
**Ken Heylen**

Geen opmerkingen:

Een reactie posten