vrijdag 13 maart 2015

Het kindje en de kluis


Toen ik klein was had ik het mooiste hart, vol met de puurste liefde, vol met hoop en geloof in de mooiste dingen van het leven. Ik liep over van dankbaarheid, ik kon vrij en intens genieten, ik kon schaterlachen, ongeremd en uitgelaten, zo enthousiast en vol met levenszin. het was het mooiste hart.
Ik kon naar mijn moeder kijken op momenten dat zij boos en kwaad was, vol met frustratie en ik kon voelen....mama het komt goed, want ik heb het mooiste hart. Niets kan ons overkomen.
Ik had zoveel liefde te geven, zo intens en zo krachtig dat niets er afbreuk aan kon doen. Ik was het gelukkigste kind dat er bestond, ik en mijn hart.

Toen werd ik bewust.....bewust van de mensenwereld om mij heen. Bewust van hoe volwassenen er in kunnen slagen om datzelfde liefdevolle kind om te toveren in een bang en daverend wanhopig en afhankelijk wezentje. Bewust van de pijn wanneer mijn mooie hart voor de duizendste keer niet werd gezien, uit men handen werd geslagen. Vernietigd door moordende woorden als dolken er doorheen, mishandeld, verdronken en zoveel meer.

Ik werd bang en stopte het hart in een kluis. Sindsdien vertelde ik er vaak over, maar nooit haalde ik het nog naar boven zoals toen. Vreemd genoeg was niemand in mijn latere omgeving misnoegd, integendeel, ze waren blij met me zonder dat mooie hart. Ik voelde dan ook nooit de behoefte om het terug te halen. Maar wat miste ik al die tijd iemand die het gat in mij zag. Die niet deed of alles in orde was zoals het was. Wat miste ik iemand die de leegte in mij wou opvullen en zag hoe ik onder mijn glimlach leed.

Liefde was voor mij een eng begrip. Ik vond nooit iemand die voor dat mooie hart had kunnen zorgen. Ik ging dan maar op zoek naar hun mooie hart, ik deed alles zodat ze zouden zien hoe waardevol ze wel zijn, en hoe elk stuk van hen, ook het verstopte, een onmisbaar onderdeel is van het mooie gevoelswezen dat ze zijn.

Ik kreeg eindeloze dankbaarheid terug, maar nooit iemand die het gat in mij wou vullen. Nooit iemand die nodig had wat ik al die tijd al verstopte. Zelfs dat wat ik over had gehouden schrikte zoveel vrouwen af. het mooiste stuk in mij, door niemand gewild, afgewezen als een rot stuk vlees. Als quasimodo verworpen en verstopt in een klokkentoren.

Tot ik mijn vrouwtje ontmoette....een vrouw die me deed terugdenken aan die kluis. Een vrouw waarvoor ik tekort schiet zonder dat mooie hart van mij. Een vrouw die zo mooi is en zo gevoelig dat alleen de zuiverste liefde goed genoeg is. Eindelijk krijgt dat stuk betekenis. Eindelijk valt elk puzzelstuk op zijn plaats....al goed dat ik het goed heb bewaart. Om het nu te kunnen delen met zij die mijn mooie hart nodig heeft als de laatste genezende bloem op aarde. Zo kreeg dat afgewezen hart, toch nog betekenis. En de mooiste bestemming  dat het zich maar kon wensen. Bevriend met haar hartje, net zo bang als dat van mij, compleet verloren zonder elkaar en alleen compleet zij aan zij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten